-->







SLIM CESSNA’S AUTO CLUB @ BOTANIQUE, BRUSSEL - 24/06/24

Voor een intense bekering tot het alt-country genre moest je maandagavond in de Orangerie van de Brusselse Botanique zijn, waar Slim Cessna’s Auto Club de heilige mis opdroeg aan al zijn volgelingen en zijn nieuw album "Kinnery of Lupercalia: Buell Legion" boven de doopvont kwam houden. Als grondleggers van de vermaarde Denver sound, met in de beginjaren als medeplichtige David Eugene Edwards bij The Denver Gentleman en 16 Horsepower, staan Slim Cessna en zijn kompanen al bijna dertig jaar garant voor de unieke mix van alt-country, country-punk, Americana, Gothic, folk en gospel en nog een trits aanverwanten. Voor de echt donkere klank van de country noir staat David Eugene Edwards of Wovenhand meer garant, maar Slim Cessna’s Auto Club geeft het een andere verpakking en gooit er meer opgewekte klanken door, met aanstekelijke ritmes, countryjodels en podium dansjes waar je onweerstaanbaar vrolijk van wordt, ideale positieve noten om de warme week mee in te zetten.

Als opener neemt Slim Cessna het Luikse alt-country collectief Everyone Is Guilty mee op sleeptouw, hartstochtelijke aanhangers van de Denver sound, onder leiding van Mirco Gasparrini, evenzeer een onvoorwaardelijke fan van Slim Cessna. Hij noemde zijn band zelfs naar een song van Slim Cessna's Auto Club . Er groeide een ware vriendschap tussen beide heren, in die mate dat hun eerste album, “A Wolf & A Lamb”, werd opgenomen in Denver onder de auspiciën van Slim Cessna en diens gitarist Lord Dwight Pentacost, bezieler van zijn prachtige double neck “Sacred Heart” gitaar. Ondertussen heeft Everyone Is Guilty al een waardige opvolger “Horns” opgenomen, dat garant staat voor hun gepatenteerde alt-country sound. Heerlijk in donkere Wovenhand stijl schuurt “Wild” tegen ons aan, vuren de “Guns of Lakewood” gitaar en lapsteel salvo’s op ons af, maar mogen we ook onze beste danspasjes voorzetten in het vrolijk op banjo dravende “Fake Cowboy”. Het stevig op gitaar gestrumde gouden oudje “Peter’s Sermon”, opgeluisterd met helder twangende gitaarnoten en de folkie banjo stampede in “Dust To Dust” uit hun eerste album “A Wolf & A Lamb, ”kunnen het publiek evenzeer bekoren.

Niets gaat er boven een opwarmer die in dezelfde stijl van de hoofdact ligt en hierin pleit Everyone Is Guilty volledig schuldig. Ook voor Slim Cessna’s Auto Club is er niets fijner dan met vrienden en ware fans op tournee te trekken. Slim Cessna’s Auto Club blijft een unieke verschijning op het podium met de boomlange, met gouden tand en cowboyhoed getooide Slim Cessna, de bleke Munly J (Jay) Munly, die wel uit de doden verrezen lijkt te zijn en Lord Dwight Pentacost met zijn opvallende krulsnor en double-neck “Sacred Heart” gitaar. De laatste heeft blijkbaar zijn Reverend-schap laten varen en kiest vandaag voor de titel van Lord. Of dit in relatie ligt met het religieuze laten we in het midden, want Slim Cessna’s Auto Club mag dan wel uitpakken met Jezus en satan, het blijft preken met in de ene hand de bijbel en de andere een fles whisky. Humor is nooit ver weg, ook niet op hun laatste album. Met deze drie heerschappen hebben we ook het heilige triumviraat van de Auto Club benoemd, dat vandaag nog wordt vervolledigd door Slim’s zoon George Cessna op bas, Andrew Warner achter de drumstokken en Munly’s wederhelft Rebecca Vera op onmisbare pedal steel. Maria Zelada de Cessna, de levensgezellin van Slim, maakt achter de drukbezochte merch stand het familieplaatje compleet.

Oud en nieuw zullen hand in hand gaan vanavond en zelden zagen we SCAC zo vurig aan het werk als en dit ondanks een verzengende hitte. Als opener gaan we met “Pine Box”, dadelijk feestelijk, bijna 25 jaar terug in de tijd, naar de beginjaren met een greep uit het schitterende “Always Say Please And Thank You” album, om in vurige galop naar “Cranston” te verhuizen, dat samen met “This Is How We Do Things In The Country” en het bluesy rockende “Boom Magalina Hagalina Boom” de zaal op zijn kop zet met de nodige aansporende country jodels.

Slim Cessna ziet de rand van het podium als een bidbank en als een ware alt-country priester zegent en zalft hij met felle hand en armbewegingen zijn onderdanen, dikwijls achtervolgd door een omhelzende Munly, die de bevrijdende handopleggingen niet schuwt. Dark en doom overvalt ons bijna in Black Sabath stijl in een satanisch klinkende bekering in “Jezus Is In My Body, But My Body Has Left Me Down” en de zalige nieuwkomer “Harris” met Munly op banjo, doet niet enkel de kikkers blaffen in zijn tekst, maar we ontwaren ook enkele huilende coyotes in de zaal. Als heupwiegende meezinger kaapt het grappige “Boucher” de eerste prijs weg, (boucher of butcher, what’s in a name), een song die op elk radiostation zou gedraaid moeten worden, net als “Munly Munly”, dat zich met zijn rollende basnoten en hakkende percussie profileert als een echte alt-rocker en met Munly’s stemtimbre zelfs aan Placebo doet denken. Natuurlijk mag het dronken zwalpende “Everyone Is Guilty #2”, dat eervol wordt opgedragen aan de openende band van de avond, als meezinger niet ontbreken. In de bisronde barst het feest helemaal los in het opzwepende “Americadio”, dat ingeluid wordt met gierende gitaar van Lord Pentacost en een Jay Munly die al scanderend “Submit It To Me” het publiek induikt, om zo de laatste ongelovigen te bekeren, aangespoord door een heftig gebarende Slim Cessna op het podium. Als finale afsluiter kon het muzikaal contrast niet groter zijn met een Slim Cessna die solo afsluit met een trieste, maar waardevolle boodschap in het van Kris Kristofferson geleende “For The Good Times”, even knap vocaal bijgestaan door zoon George.

Moest de heilige mis met hetzelfde vuur worden opgedragen dat Slim Cessna’s Auto Club bezielt, dan liepen de kerken terug vol. Dit fenomenale gezelschap uit Denver heeft het podium al jaren tot preekstoel herschapen en doet dat nog steeds met dezelfde overtuiging. Praise the lord, maar laat de Commandements van SCAC komen.

Yvo Zels               

Foto © Yvo Zels